Steiner vond dat ieder kind uniek is en de kans moet krijgen om tot volledige ontplooiing te komen. Hij legde hierbij de nadruk op de ontwikkeling van het gevoelsleven en op kunstzinnige vorming. Het intellect moet niet te vroeg geschoold worden. Voor zijn ontwikkeling heeft een kind een echte wereld nodig en geen plastic wereld. De natuur en de warme belangstelling van volwassenen moeten de kern vormen van de omgang met kinderen. De natuur leert kinderen om te gaan met en respect te hebben voor de aarde. Een kind heeft van nature de neiging om te imiteren. Door alles te willen nadoen, leert het kind de wereld kennen en zich ermee te verbinden. Ritme geeft kinderen zekerheid, veiligheid en herkenning. Ook samen bezig zijn geeft veiligheid en vertrouwen.

Het ontstaan van het onderwijs.

Hij vond dat een kind zich eerst moet ontwikkelen tot een creatief wezen en zich moet leren uiten. Dat was volgens hem de basis voor de verstandelijke ontwikkeling. Hij kon zijn ideeën in de praktijk brengen op de eerste Vrije School, die hij in 1919 in Stuttgart oprichtte. Deze bestond uit twaalf klassen en gaf kinderen de kans om zich – in plaats van te werken – volledig te ontplooien. In 1923 werd de eerste Vrije School in Nederland geopend. Tegenwoordig worden de ideeën van Steiner ook in veel kindercentra toegepast.

Uitgangspunten en kenmerken van het onderwijs.

Door te schilderen en gebruik te maken van kleuren, leren kinderen emoties kennen. Ze doen dat in vrije expressie en niet met van te voren bedachte opdrachten. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat je kinderen niet afleidt van hun spel en creatieve activiteiten. Dat doe je door rust in het lokaal of in de klas te brengen. Niet alleen rust in de omgang met elkaar, maar ook in de aankleding van het lokaal: geen felle kleuren, maar natuurlijke aarde tinten. 

Voor zijn ontwikkeling heeft zijn kind een echte wereld nodig en geen plastic wereld. De natuur en de warme belangstelling van volwassenen moeten de kern vormen van de omgang van kinderen. De natuur leert kinderen om te gaan met respect te hebben met de aarde. 

Kinderen leren door het werk en karweitjes van volwassenen na te bootsen, hoe de echte wereld in elkaar zit. Je kunt bijvoorbeeld brood of koekjes met ze bakken, poppenkleertjes wassen, ze laten vegen, plantjes verzorgen en tafels schoonmaken. 

Het rooster.

Op onze scholen wordt een continurooster gehanteerd, wat betekent dat de kinderen van aanvang tot einde schooltijd op school zijn. De leerlingen eten met een leerkracht in het lokaal.